Thematische woordenlijst

Thematische woordenlijst

B

Brandwerend glas: Glas dat is ontworpen om bij brand het verspreiden van rook, vlammen en gassen tegen te gaan, gecategoriseerd of ingeschaald op grond van het prestatieniveau. De brandweerstand wordt vastgesteld aan de hand van de duur (in minuten) dat het beglaasde element (d.w.z. het glas en het kozijn) bij een brand blijft voldoen aan de criteria voor E, EW en/of EI.

C

Compartimentalisatie: Opdeling van een gebouw in verschillende compartimenten, die van elkaar worden gescheiden door constructies (scheidingsconstructies, wanden, vloeren, plafonds enz.) om de branduitbreiding te beperken.

Deze verhinderen dat vuur en rook zich verspreiden terwijl het gebouw wordt geëvacueerd. In de Europese Unie moeten alle openbare gebouwen in zulke compartimenten worden opgedeeld.

E

E: Integriteit. Dit wijst op de integriteit ten aanzien van vlammen, rook en gas van het glas. Het wordt geclassificeerd volgens EN 13501-2.

EG (External Grade): Pyrobel(ite) is verkrijgbaar als EG-versie. Dit betekent dat het product naast de zwellende tussenlaag(/tussenlagen) is voorzien van een of meer folies van polyvinylbutyral (PVB) of ethylvinylacetaat (EVA) om het volgende te bewerkstelligen:

  • blokkeren van 99% van de UV-straling die de zwellende tussenlaag bereikt;
  • verhoogde geluidsdemping door het gebruik van Stratophone-folie;
  • een fraai uiterlijk door het gebruik van gekleurde folies;
  • conformiteit met classificatie 1B1 conform EN 12600 (balustrades);
  • conformiteit met classificatie inbraakwerendheid conform EN 1627.

EI: Dit duidt op integriteit ten aanzien van gas, vlammen en rook en warmte-isolatie. Het wordt geclassificeerd volgens EN 13501-2.

EW: Dit duidt op integriteit ten aanzien van gas, vlammen en rook en warmtestraling. Het wordt geclassificeerd volgens EN 13501-2.

G

Gecoat glas: (EN 1096-1 t/m 3) Glas verkregen door een anorganische coating op het glas af te zetten of te sputteren teneinde de elektromagnetische eigenschappen (licht- en energie-eigenschappen, zonnefactor, emissiviteit en kleur) te wijzigen.

Gelaagd glas: Dit verwijst naar een element dat bestaat uit ten minste twee glasbladen, die over het hele oppervlak van elkaar door een tussenlaag worden gescheiden. In de tussenlaag kunnen een of meer kunststoffolies zijn aangebracht, bijvoorbeeld polyvinylbutyral (PVB) of ethylvinylacetaat (EVA), of een vloeistof (gel, hars of silicaat), die tussen de glasbladen wordt gegoten. Het doel van de tussenlaag is om de glasbladen bijeen te houden en de veiligheid, de isolerende werking, het uiterlijk enz. te verbeteren. Pyrobel(ite)-glas bestaat uit ten minste één brandwerende zwellende tussenlaag.

In EN ISO 12543-1:2011 staan de verschillende componenten van gelaagd glas voor bouwdoeleinden vermeld.

I

I: Dit wijst op de warmte-isolerende prestaties van het glas. Het wordt geclassificeerd volgens EN 13501-2.

P

PVB (folie): Polyvinylbutyral is een polymeer (thermoplast) die met name ook wordt gebruikt als tussenlaag bij gelaagd glas. Deze kunststoffolie zorgt ervoor dat glasscherven op hun plek blijven zitten als het glas breekt. De gebruikte PVB-folies zijn 0,38 mm dik.

R

R: Stabiliteit Dit criterium definieert het vermogen van een element of van een constructie om een specifieke belasting en/of specifieke gebeurtenissen te verdragen.

T

Thermisch gehard glas: (EN 12150-1) Glas dat een thermische behandeling heeft ondergaan, waarbij het glas wordt verhit tot ongeveer 600 °C en vervolgens snel wordt afgekoeld. Bij een inslag valt het glas uiteen in stompe scherven die kleiner zijn dan bij uitgegloeid glas en de kans op snijwonden vermindert. Thermisch gehard glas geldt als veiligheidsglas dat ideaal is voor specifieke toepassingen (bijv. douchecabine, scheidingsconstructies) doordat het letsel voorkomt.

Thermisch versterkt glas: (EN 1863-1) Glas dat een thermische behandeling heeft ondergaan, waarbij het glas wordt verhit tot ongeveer 650 °C en vervolgens geleidelijk wordt afgekoeld door middel van luchtstralen om de bestendigheid tegen mechanische en thermische schokken te verhogen. Als thermisch versterkt glas breekt, valt het uiteen in grote, scherpe scherven. Om die reden is het geen veiligheidsglas.

V

Veiligheidsglas: Veiligheidsglas wordt gedefinieerd op basis van de classificatie ervan volgens EN 12600, met betrekking tot het vermogen om schokken/stoten te weerstaan en/of om het rondvliegen van scherven, en daarmee eventueel letsel, te voorkomen. Gelaagd en gehard glas gelden als aanbeveling. Alleen in zeer beperkte gevallen kan gebruik worden gemaakt van gepolijst draadglas. Gebruik van uitgegloeid, versterkt of chemisch gehard en niet-gelaagd glas is niet toegestaan.

W

W: Dit wijst op warmtestralingsprestaties. Het wordt geclassificeerd volgens EN 13501-2.